Laten we in de hemel van onze ziel
“een loflied zijn op de Drieëenheid"
H.Elisabeth van de Drie-eenheid
Vandaag, Hoogfeest van de Heilige Drieëenheid vieren wij in onze Religieuze Familie de dag van onze contemplatieve leden.
Video afspelen
Het getuigenis van de roeping van Zuster Maria Iuxta Crucem
De slotzusters
Het leven van de monialen en slotzusters verdient speciale aandacht vanwege de grote hoogachting die de christelijke gemeenschap koestert voor dit soort leven dat een teken is van de exclusieve eenheid van de kerk-als-bruid met haar boven alles beminde Heer. Het leven van slotzusters die zich hoofdzakelijk toeleggen op gebed, ascese en vurige vooruitgang in het geestelijk leven, is ”niets anders dan een tocht naar het hemels Jeruzalem en een vooruitlopen op de kerk van de eindtijd die zich geheel aan het bezitten en beschouwen van God zal overgeven”.
In het licht van deze kerkelijke roeping en zending beantwoordt de clausuur aan het allesoverheersend verlangen met de Heer te zijn. Door een beperkte ruimte te kiezen als woongebied, delen de kloosters in de ontlediging van Christus door een radicale armoede die tot uiting komt in het afstand doen niet alleen van materiële dingen maar ook van ‘ruimte’, contacten en veel goede dingen in de schepping. Deze speciale wijze van het offeren van zijn ‘lichaam’ voert hen tastbaarder binnen in het mysterie van de eucharistie. De slotzusters brengen met Jezus voor het heil van de wereld het offer van hun leven. Hun zelfgave is offer en uitboeting, maar krijgt daarnaast de betekenis van dankzegging aan de Vader in deelname aan de dankzegging van de welbeminde Zoon.
In een dergelijke geestelijke dynamiek is de clausuur niet enkel een buitengewoon kostbaar ascetisch middel, maar ook een manier om het Pasen van Christus te beleven.
Van ‘doods-ervaring’ wordt ze tot overvloed van leven, en blijkt ze een blije aankondiging en profetisch anticipatie op de aan iedere mens en aan de gehele mensheid gebonden mogelijkheid om in Christus alleen voor God te leven.
De clausuur doet dus denken aan die kleine kamer van het hart waarbinnen iedere mens geroepen wordt om in verbondenheid met de Heer te leven. Aanvaard als geschenk en gekozen als een vrijwillige reactie van liefde, is de clausuur de plaats van geestelijke verbondenheid met God en met de broeders en zusters, waar de beperking in ruimte en contacten het innerlijk beleven van de evangelische waarden bevordert.
De communauteiten van slotzusters, die zelfs in de eenvoud van hun leven, als een stad zijn op de berg en een lamp op de standaard vertegenwoordigen op zichtbaar wijze het doel waarheen heel de kerkelijke gemeenschap op weg is. “Opgaande in het werk en vrij voor de beschouwing”
trekt de kerk over de wegen van de tijd met de ogen gericht op het toekomstig herstel van alle dingen in Christus, wanneer de kerk ”in heerlijkheid met haar bruidegom zal verschijnen” en Christus ”het koningschap aan God de Vader zal overdragen, na alle heerschappijen en alle machten en krachten te hebben onttroond… opdat God alles in allen zij” 1 Kor. 15, 24-28.
Mijn dankbaarheid gaat daarom uit naar deze dierbare zusters; ik spoor ze aan volgens hun charisma trouw te blijven aan hun leven als slotzuster. Dankzij hun voorbeeld kent deze levensvorm nog steeds talrijke roepingen van mensen die aangetrokken worden door het radicale karakter van een ‘leven als bruid’ dat in beschouwing geheel aan God is toegewijd. Als uitdrukking van zuivere liefde die meer waard is dan welke activiteit dan ook, bezit het contemplatieve leven een buitengewone apostolische en missionaire kracht.
De synodevaders hebben hun grote hoogachting uitgesproken voor de betekenis van de clausuur, terwijl ze tegelijk de van verschillende kanten binnengekomen verzoeken in overweging hebben genomen aangaande het concrete onderhouden ervan. De aanwijzingen van de synode over deze kwestie, en met name de wens om aan de hogere oversten grotere bevoegdheid te geven om op grond van ernstige en gerechtvaardigde redenen afwijkingen toe te staan van de clausuur,
zullen zorgvuldig worden overwogen, in de lijn van de vernieuwing die zich reeds sinds het Tweede Vaticaans Concilie heeft voltrokken.
Op die wijze zullen de verschillende vormen en graden van de clausuur – van pauselijke en constitutionele tot monastieke clausuur – beter beantwoorden aan de verscheidenheid van de contemplatieve instituten en de monastieke tradities.
Zoals de synode zelf heeft benadrukt, dient te worden bevorderd dat vooral daar waar er geen andere doeltreffende vormen van coördinatie en hulp aanwezig zijn, associaties en federaties van kloosters worden gevormd, iets wat reeds door Eerbiedwaardige Paus Pius XII en het Tweede Vaticaans Concilie werd aanbevolen
om de waarden van het contemplatieve leven te beschermen en te bevorderen. Terwijl de rechtmatige autonomie van de kloosters steeds onaangetast blijft, kunnen dergelijke organisaties een reële steun bieden bij het oplossen van gemeenschappelijke problemen, zoals een passende vernieuwing, de initiële en voortgezette vorming, de wederzijdse economische ondersteuning, en ook de reorganisatie van de kloosters zelf.
Vita Consecrata 101