"Er is geen grotere liefde dan zijn leven te geven voor zijn vrienden" Joh. 15, 13
Als Sacrament van de liefde is de Allerheiligste Eucharistie de zelfgave van Jezus Christus, die ons daarin de oneindige liefde openbaart van God voor iedere mens. In dit wonderbaar Sacrament openbaart zich die “grotere liefde”, die iemand ertoe drijft “zijn leven te geven voor zijn vrienden” (Joh. 15, 13). Jezus heeft hen inderdaad “tot het uiterste toe” (Joh. 13, 1) liefgehad. Met deze uitdrukking leidt de Evangelist het gebaar in van eindeloze nederigheid dat Hij stelde: voordat Hij voor ons ging sterven aan het kruis en nadat Hij zich met een handdoek de lenden had omgord, waste Hij zijn leerlingen de voeten. Op dezelfde manier gaat Jezus in het Sacrament door met ons lief te hebben “tot het uiterste toe”, tot aan de gave van zijn lichaam en zijn bloed. Wat een verbazing moet het hart van de Apostelen hebben aangegrepen ten overstaan van deze gebaren en woorden van de Heer tijdens dat Avondmaal! Wat een verwondering moet het eucharistisch Mysterie ook in ons hart wekken!…
In dit Sacrament maakt de Heer zich inderdaad voedsel voor de mens die hongert naar waarheid en vrijheid. Omdat alleen de waarheid ons vrij kan maken (Joh 8,36), maakt Christus zich voor ons tot voedsel van waarheid… Inderdaad draagt elke mens in zich een niet te onderdrukken verlangen naar uiteindelijke en definitieve waarheid. Om deze reden wendt de Heer Jezus, die “weg, waarheid en leven” is (Joh. 14, 6), zich tot het verlangende hart van de mens, die zich voelt als een pelgrim die dorst heeft, tot het hart dat verzucht naar de bron van het water, tot het hart dat bedelt om de Waarheid. Jezus Christus is in-derdaad de Persoon geworden Waarheid, die de wereld naar zich toe trekt…
In het Sacrament van de Eucharistie laat Jezus ons in het bijzonder de waarheid van de liefde zien, die het wezen zelf is van God. Het is deze evangelische waarheid die elke mens en alle mensen aangaat. Hierom zet de Kerk, die haar vitale centrum vindt in de Eucharistie, zich onophoudelijk in om aan allen te pas en te onpas (2Tim 4,2), te verkondigen dat God liefde is. Juist omdat Christus zich voor ons tot voedsel van Waarheid heeft gemaakt, richt de Kerk zich tot de mens en nodigt hem uit in vrijheid de gave van God te ontvangen.